De of het fruitdag?
De fruitdag
Is het de of het fruitdag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de fruitdag.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: fruit day
Deutsch: Obst Tag | Bekijk of het der of die Obst Tag is.
Français: jour de fruits | Bekijk of het Le o La jour de fruits is.
Jou of jouw: jouw fruitdag
Buigings-e:
Mooi of mooie fruitdag
Groot of grote fruitdag
Half of halve fruitdag
Grappig of grappige fruitdag
Leeg of lege fruitdag
leuk of leuke fruitdag
Vet of vette fruitdag
Snel of snelle fruitdag
Wit of witte fruitdag
Klein of kleine fruitdag
Rood of rode fruitdag
Dik of dikke fruitdag
Oud of oude fruitdag
Goed of goede fruitdag
Wat rijmt er op fruitdag
Elk of elke: Elke fruitdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die fruitdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fruitdag
Wat rijmt er op fruitdag
Buigings-e:
Mooi of mooie fruitdag
Groot of grote fruitdag
Half of halve fruitdag
Grappig of grappige fruitdag
Leeg of lege fruitdag
leuk of leuke fruitdag
Vet of vette fruitdag
Snel of snelle fruitdag
Wit of witte fruitdag
Klein of kleine fruitdag
Rood of rode fruitdag
Dik of dikke fruitdag
Oud of oude fruitdag
Goed of goede fruitdag
Wat rijmt er op fruitdag
Elk of elke: Elke fruitdag
Aanwijzend voornaamwoord: Die fruitdag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze fruitdag
Wat rijmt er op fruitdag
Oefening van de dag