De of het geldigheidstermijn?
De geldigheidstermijn
Is het de of het geldigheidstermijn
In de Nederlandse taal gebruiken wij de geldigheidstermijn.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: validity
Deutsch: Gültigkeit | Bekijk of het der of die Gültigkeit is.
Français: validité | Bekijk of het Le o La validité is.
Jou of jouw: jouw geldigheidstermijn
Buigings-e:
Mooi of mooie geldigheidstermijn
Groot of grote geldigheidstermijn
Half of halve geldigheidstermijn
Grappig of grappige geldigheidstermijn
Leeg of lege geldigheidstermijn
leuk of leuke geldigheidstermijn
Vet of vette geldigheidstermijn
Snel of snelle geldigheidstermijn
Wit of witte geldigheidstermijn
Klein of kleine geldigheidstermijn
Rood of rode geldigheidstermijn
Dik of dikke geldigheidstermijn
Oud of oude geldigheidstermijn
Goed of goede geldigheidstermijn
Wat rijmt er op geldigheidstermijn
Elk of elke: Elke geldigheidstermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die geldigheidstermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geldigheidstermijn
Wat rijmt er op geldigheidstermijn
Buigings-e:
Mooi of mooie geldigheidstermijn
Groot of grote geldigheidstermijn
Half of halve geldigheidstermijn
Grappig of grappige geldigheidstermijn
Leeg of lege geldigheidstermijn
leuk of leuke geldigheidstermijn
Vet of vette geldigheidstermijn
Snel of snelle geldigheidstermijn
Wit of witte geldigheidstermijn
Klein of kleine geldigheidstermijn
Rood of rode geldigheidstermijn
Dik of dikke geldigheidstermijn
Oud of oude geldigheidstermijn
Goed of goede geldigheidstermijn
Wat rijmt er op geldigheidstermijn
Elk of elke: Elke geldigheidstermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die geldigheidstermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze geldigheidstermijn
Wat rijmt er op geldigheidstermijn
Oefening van de dag