De of het herstellingsfactuur?
De herstellingsfactuur
Is het de of het herstellingsfactuur
In de Nederlandse taal gebruiken wij de herstellingsfactuur.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: repair bill
Jou of jouw: jouw herstellingsfactuur
Buigings-e:
Mooi of mooie herstellingsfactuur
Groot of grote herstellingsfactuur
Half of halve herstellingsfactuur
Grappig of grappige herstellingsfactuur
Leeg of lege herstellingsfactuur
leuk of leuke herstellingsfactuur
Vet of vette herstellingsfactuur
Snel of snelle herstellingsfactuur
Wit of witte herstellingsfactuur
Klein of kleine herstellingsfactuur
Rood of rode herstellingsfactuur
Dik of dikke herstellingsfactuur
Oud of oude herstellingsfactuur
Goed of goede herstellingsfactuur
Wat rijmt er op herstellingsfactuur
Elk of elke: Elke herstellingsfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die herstellingsfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herstellingsfactuur
Wat rijmt er op herstellingsfactuur
Buigings-e:
Mooi of mooie herstellingsfactuur
Groot of grote herstellingsfactuur
Half of halve herstellingsfactuur
Grappig of grappige herstellingsfactuur
Leeg of lege herstellingsfactuur
leuk of leuke herstellingsfactuur
Vet of vette herstellingsfactuur
Snel of snelle herstellingsfactuur
Wit of witte herstellingsfactuur
Klein of kleine herstellingsfactuur
Rood of rode herstellingsfactuur
Dik of dikke herstellingsfactuur
Oud of oude herstellingsfactuur
Goed of goede herstellingsfactuur
Wat rijmt er op herstellingsfactuur
Elk of elke: Elke herstellingsfactuur
Aanwijzend voornaamwoord: Die herstellingsfactuur
Bezittelijk voornaamwoord: Onze herstellingsfactuur
Wat rijmt er op herstellingsfactuur
Oefening van de dag