De of het strandhuis?
Het strandhuis
Is het de of het strandhuis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het strandhuis.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: beach
Deutsch: strandhaus | Bekijk of het der of die strandhaus is.
Français: maison de plage | Bekijk of het Le o La maison de plage is.
Jou of jouw: jouw strandhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie strandhuis
Groot of grote strandhuis
Half of halve strandhuis
Grappig of grappige strandhuis
Leeg of lege strandhuis
leuk of leuke strandhuis
Vet of vette strandhuis
Snel of snelle strandhuis
Wit of witte strandhuis
Klein of kleine strandhuis
Rood of rode strandhuis
Dik of dikke strandhuis
Oud of oude strandhuis
Goed of goede strandhuis
Wat rijmt er op strandhuis
Elk of elke: Elk strandhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat strandhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons strandhuis
Wat rijmt er op strandhuis
Buigings-e:
Mooi of mooie strandhuis
Groot of grote strandhuis
Half of halve strandhuis
Grappig of grappige strandhuis
Leeg of lege strandhuis
leuk of leuke strandhuis
Vet of vette strandhuis
Snel of snelle strandhuis
Wit of witte strandhuis
Klein of kleine strandhuis
Rood of rode strandhuis
Dik of dikke strandhuis
Oud of oude strandhuis
Goed of goede strandhuis
Wat rijmt er op strandhuis
Elk of elke: Elk strandhuis
Aanwijzend voornaamwoord: Dat strandhuis
Bezittelijk voornaamwoord: Ons strandhuis
Wat rijmt er op strandhuis
Oefening van de dag