De of het verslagopdracht?
De verslagopdracht
Is het de of het verslagopdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de verslagopdracht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: report commissioned
Deutsch: Bericht in Auftrag gegeben | Bekijk of het der of die Bericht in Auftrag gegeben is.
Français: rapport commandé | Bekijk of het Le o La rapport commandé is.
Jou of jouw: jouw verslagopdracht
Buigings-e:
Mooi of mooie verslagopdracht
Groot of grote verslagopdracht
Half of halve verslagopdracht
Grappig of grappige verslagopdracht
Leeg of lege verslagopdracht
leuk of leuke verslagopdracht
Vet of vette verslagopdracht
Snel of snelle verslagopdracht
Wit of witte verslagopdracht
Klein of kleine verslagopdracht
Rood of rode verslagopdracht
Dik of dikke verslagopdracht
Oud of oude verslagopdracht
Goed of goede verslagopdracht
Wat rijmt er op verslagopdracht
Elk of elke: Elke verslagopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die verslagopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze verslagopdracht
Wat rijmt er op verslagopdracht
stageverslagopdracht -
Buigings-e:
Mooi of mooie verslagopdracht
Groot of grote verslagopdracht
Half of halve verslagopdracht
Grappig of grappige verslagopdracht
Leeg of lege verslagopdracht
leuk of leuke verslagopdracht
Vet of vette verslagopdracht
Snel of snelle verslagopdracht
Wit of witte verslagopdracht
Klein of kleine verslagopdracht
Rood of rode verslagopdracht
Dik of dikke verslagopdracht
Oud of oude verslagopdracht
Goed of goede verslagopdracht
Wat rijmt er op verslagopdracht
Elk of elke: Elke verslagopdracht
Aanwijzend voornaamwoord: Die verslagopdracht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze verslagopdracht
Wat rijmt er op verslagopdracht
stageverslagopdracht -
Oefening van de dag