De of het ATM-kaart?
De ATM-kaart
Is het de of het ATM-kaart
In de Nederlandse taal gebruiken wij de ATM-kaart.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ATM card
Deutsch: ATM Karte | Bekijk of het der of die ATM Karte is.
Français: Carte bancaire | Bekijk of het Le o La Carte bancaire is.
Jou of jouw: jouw ATM-kaart
Buigings-e:
Mooi of mooie ATM-kaart
Groot of grote ATM-kaart
Half of halve ATM-kaart
Grappig of grappige ATM-kaart
Leeg of lege ATM-kaart
leuk of leuke ATM-kaart
Vet of vette ATM-kaart
Snel of snelle ATM-kaart
Wit of witte ATM-kaart
Klein of kleine ATM-kaart
Rood of rode ATM-kaart
Dik of dikke ATM-kaart
Oud of oude ATM-kaart
Goed of goede ATM-kaart
Wat rijmt er op ATM-kaart
Elk of elke: Elke ATM-kaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die ATM-kaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ATM-kaart
Wat rijmt er op ATM-kaart
Buigings-e:
Mooi of mooie ATM-kaart
Groot of grote ATM-kaart
Half of halve ATM-kaart
Grappig of grappige ATM-kaart
Leeg of lege ATM-kaart
leuk of leuke ATM-kaart
Vet of vette ATM-kaart
Snel of snelle ATM-kaart
Wit of witte ATM-kaart
Klein of kleine ATM-kaart
Rood of rode ATM-kaart
Dik of dikke ATM-kaart
Oud of oude ATM-kaart
Goed of goede ATM-kaart
Wat rijmt er op ATM-kaart
Elk of elke: Elke ATM-kaart
Aanwijzend voornaamwoord: Die ATM-kaart
Bezittelijk voornaamwoord: Onze ATM-kaart
Wat rijmt er op ATM-kaart
Oefening van de dag