De of het absolveren?
Het absolveren
Is het de of het absolveren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het absolveren.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: absolve
Deutsch: entbinden | Bekijk of het der of die entbinden is.
Français: absoudre | Bekijk of het Le o La absoudre is.
Jou of jouw: jouw absolveren
Buigings-e:
Mooi of mooie absolveren
Groot of grote absolveren
Half of halve absolveren
Grappig of grappige absolveren
Leeg of lege absolveren
leuk of leuke absolveren
Vet of vette absolveren
Snel of snelle absolveren
Wit of witte absolveren
Klein of kleine absolveren
Rood of rode absolveren
Dik of dikke absolveren
Oud of oude absolveren
Goed of goede absolveren
Wat rijmt er op absolveren
Elk of elke: Elk absolveren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat absolveren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons absolveren
Wat rijmt er op absolveren
Buigings-e:
Mooi of mooie absolveren
Groot of grote absolveren
Half of halve absolveren
Grappig of grappige absolveren
Leeg of lege absolveren
leuk of leuke absolveren
Vet of vette absolveren
Snel of snelle absolveren
Wit of witte absolveren
Klein of kleine absolveren
Rood of rode absolveren
Dik of dikke absolveren
Oud of oude absolveren
Goed of goede absolveren
Wat rijmt er op absolveren
Elk of elke: Elk absolveren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat absolveren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons absolveren
Wat rijmt er op absolveren
Oefening van de dag
