De of het afbrokkeling?
De afbrokkeling
Is het de of het afbrokkeling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de afbrokkeling.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: erosion
Deutsch: Abplatzungen | Bekijk of het der of die Abplatzungen is.
Français: écaillage | Bekijk of het Le o La écaillage is.
Jou of jouw: jouw afbrokkeling
Buigings-e:
Mooi of mooie afbrokkeling
Groot of grote afbrokkeling
Half of halve afbrokkeling
Grappig of grappige afbrokkeling
Leeg of lege afbrokkeling
leuk of leuke afbrokkeling
Vet of vette afbrokkeling
Snel of snelle afbrokkeling
Wit of witte afbrokkeling
Klein of kleine afbrokkeling
Rood of rode afbrokkeling
Dik of dikke afbrokkeling
Oud of oude afbrokkeling
Goed of goede afbrokkeling
Wat rijmt er op afbrokkeling
Elk of elke: Elke afbrokkeling
Aanwijzend voornaamwoord: Die afbrokkeling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afbrokkeling
Wat rijmt er op afbrokkeling
Buigings-e:
Mooi of mooie afbrokkeling
Groot of grote afbrokkeling
Half of halve afbrokkeling
Grappig of grappige afbrokkeling
Leeg of lege afbrokkeling
leuk of leuke afbrokkeling
Vet of vette afbrokkeling
Snel of snelle afbrokkeling
Wit of witte afbrokkeling
Klein of kleine afbrokkeling
Rood of rode afbrokkeling
Dik of dikke afbrokkeling
Oud of oude afbrokkeling
Goed of goede afbrokkeling
Wat rijmt er op afbrokkeling
Elk of elke: Elke afbrokkeling
Aanwijzend voornaamwoord: Die afbrokkeling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afbrokkeling
Wat rijmt er op afbrokkeling
Oefening van de dag
