De of het afnemersmacht?
De afnemersmacht
Is het de of het afnemersmacht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de afnemersmacht.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: buying power
Deutsch: Kaufkraft | Bekijk of het der of die Kaufkraft is.
Français: pouvoir d'achat | Bekijk of het Le o La pouvoir d'achat is.
Jou of jouw: jouw afnemersmacht
Buigings-e:
Mooi of mooie afnemersmacht
Groot of grote afnemersmacht
Half of halve afnemersmacht
Grappig of grappige afnemersmacht
Leeg of lege afnemersmacht
leuk of leuke afnemersmacht
Vet of vette afnemersmacht
Snel of snelle afnemersmacht
Wit of witte afnemersmacht
Klein of kleine afnemersmacht
Rood of rode afnemersmacht
Dik of dikke afnemersmacht
Oud of oude afnemersmacht
Goed of goede afnemersmacht
Wat rijmt er op afnemersmacht
Elk of elke: Elke afnemersmacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die afnemersmacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afnemersmacht
Wat rijmt er op afnemersmacht
Buigings-e:
Mooi of mooie afnemersmacht
Groot of grote afnemersmacht
Half of halve afnemersmacht
Grappig of grappige afnemersmacht
Leeg of lege afnemersmacht
leuk of leuke afnemersmacht
Vet of vette afnemersmacht
Snel of snelle afnemersmacht
Wit of witte afnemersmacht
Klein of kleine afnemersmacht
Rood of rode afnemersmacht
Dik of dikke afnemersmacht
Oud of oude afnemersmacht
Goed of goede afnemersmacht
Wat rijmt er op afnemersmacht
Elk of elke: Elke afnemersmacht
Aanwijzend voornaamwoord: Die afnemersmacht
Bezittelijk voornaamwoord: Onze afnemersmacht
Wat rijmt er op afnemersmacht
Oefening van de dag



