De of het beoefening?
De beoefening
Is het de of het beoefening
In de Nederlandse taal gebruiken wij de beoefening.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: practice
Deutsch: Praxis | Bekijk of het der of die Praxis is.
Français: pratique | Bekijk of het Le o La pratique is.
Jou of jouw: jouw beoefening
Buigings-e:
Mooi of mooie beoefening
Groot of grote beoefening
Half of halve beoefening
Grappig of grappige beoefening
Leeg of lege beoefening
leuk of leuke beoefening
Vet of vette beoefening
Snel of snelle beoefening
Wit of witte beoefening
Klein of kleine beoefening
Rood of rode beoefening
Dik of dikke beoefening
Oud of oude beoefening
Goed of goede beoefening
Wat rijmt er op beoefening
Elk of elke: Elke beoefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die beoefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beoefening
Wat rijmt er op beoefening
kunstbeoefening - geschiedbeoefening - muziekbeoefening -
Buigings-e:
Mooi of mooie beoefening
Groot of grote beoefening
Half of halve beoefening
Grappig of grappige beoefening
Leeg of lege beoefening
leuk of leuke beoefening
Vet of vette beoefening
Snel of snelle beoefening
Wit of witte beoefening
Klein of kleine beoefening
Rood of rode beoefening
Dik of dikke beoefening
Oud of oude beoefening
Goed of goede beoefening
Wat rijmt er op beoefening
Elk of elke: Elke beoefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die beoefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze beoefening
Wat rijmt er op beoefening
kunstbeoefening - geschiedbeoefening - muziekbeoefening -
Oefening van de dag