De of het bevoegdheidsomschrijving?
De bevoegdheidsomschrijving
Is het de of het bevoegdheidsomschrijving
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bevoegdheidsomschrijving.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: authorization description
Jou of jouw: jouw bevoegdheidsomschrijving
Buigings-e:
Mooi of mooie bevoegdheidsomschrijving
Groot of grote bevoegdheidsomschrijving
Half of halve bevoegdheidsomschrijving
Grappig of grappige bevoegdheidsomschrijving
Leeg of lege bevoegdheidsomschrijving
leuk of leuke bevoegdheidsomschrijving
Vet of vette bevoegdheidsomschrijving
Snel of snelle bevoegdheidsomschrijving
Wit of witte bevoegdheidsomschrijving
Klein of kleine bevoegdheidsomschrijving
Rood of rode bevoegdheidsomschrijving
Dik of dikke bevoegdheidsomschrijving
Oud of oude bevoegdheidsomschrijving
Goed of goede bevoegdheidsomschrijving
Wat rijmt er op bevoegdheidsomschrijving
Elk of elke: Elke bevoegdheidsomschrijving
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevoegdheidsomschrijving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevoegdheidsomschrijving
Wat rijmt er op bevoegdheidsomschrijving
Buigings-e:
Mooi of mooie bevoegdheidsomschrijving
Groot of grote bevoegdheidsomschrijving
Half of halve bevoegdheidsomschrijving
Grappig of grappige bevoegdheidsomschrijving
Leeg of lege bevoegdheidsomschrijving
leuk of leuke bevoegdheidsomschrijving
Vet of vette bevoegdheidsomschrijving
Snel of snelle bevoegdheidsomschrijving
Wit of witte bevoegdheidsomschrijving
Klein of kleine bevoegdheidsomschrijving
Rood of rode bevoegdheidsomschrijving
Dik of dikke bevoegdheidsomschrijving
Oud of oude bevoegdheidsomschrijving
Goed of goede bevoegdheidsomschrijving
Wat rijmt er op bevoegdheidsomschrijving
Elk of elke: Elke bevoegdheidsomschrijving
Aanwijzend voornaamwoord: Die bevoegdheidsomschrijving
Bezittelijk voornaamwoord: Onze bevoegdheidsomschrijving
Wat rijmt er op bevoegdheidsomschrijving
Oefening van de dag