De of het bolletje-pijltje?
Het bolletje-pijltje
Is het de of het bolletje-pijltje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het bolletje-pijltje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: ball arrow
Jou of jouw: jouw bolletje-pijltje
Buigings-e:
Mooi of mooie bolletje-pijltje
Groot of grote bolletje-pijltje
Half of halve bolletje-pijltje
Grappig of grappige bolletje-pijltje
Leeg of lege bolletje-pijltje
leuk of leuke bolletje-pijltje
Vet of vette bolletje-pijltje
Snel of snelle bolletje-pijltje
Wit of witte bolletje-pijltje
Klein of kleine bolletje-pijltje
Rood of rode bolletje-pijltje
Dik of dikke bolletje-pijltje
Oud of oude bolletje-pijltje
Goed of goede bolletje-pijltje
Wat rijmt er op bolletje-pijltje
Elk of elke: Elk bolletje-pijltje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat bolletje-pijltje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons bolletje-pijltje
Wat rijmt er op bolletje-pijltje
Buigings-e:
Mooi of mooie bolletje-pijltje
Groot of grote bolletje-pijltje
Half of halve bolletje-pijltje
Grappig of grappige bolletje-pijltje
Leeg of lege bolletje-pijltje
leuk of leuke bolletje-pijltje
Vet of vette bolletje-pijltje
Snel of snelle bolletje-pijltje
Wit of witte bolletje-pijltje
Klein of kleine bolletje-pijltje
Rood of rode bolletje-pijltje
Dik of dikke bolletje-pijltje
Oud of oude bolletje-pijltje
Goed of goede bolletje-pijltje
Wat rijmt er op bolletje-pijltje
Elk of elke: Elk bolletje-pijltje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat bolletje-pijltje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons bolletje-pijltje
Wat rijmt er op bolletje-pijltje
Oefening van de dag