De of het cadeau,broodje?
Het cadeau,broodje
Is het de of het cadeau,broodje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het cadeau,broodje.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: gift, sandwich
Jou of jouw: jouw cadeau,broodje
Buigings-e:
Mooi of mooie cadeau,broodje
Groot of grote cadeau,broodje
Half of halve cadeau,broodje
Grappig of grappige cadeau,broodje
Leeg of lege cadeau,broodje
leuk of leuke cadeau,broodje
Vet of vette cadeau,broodje
Snel of snelle cadeau,broodje
Wit of witte cadeau,broodje
Klein of kleine cadeau,broodje
Rood of rode cadeau,broodje
Dik of dikke cadeau,broodje
Oud of oude cadeau,broodje
Goed of goede cadeau,broodje
Wat rijmt er op cadeau,broodje
Elk of elke: Elk cadeau,broodje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat cadeau,broodje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons cadeau,broodje
Wat rijmt er op cadeau,broodje
Buigings-e:
Mooi of mooie cadeau,broodje
Groot of grote cadeau,broodje
Half of halve cadeau,broodje
Grappig of grappige cadeau,broodje
Leeg of lege cadeau,broodje
leuk of leuke cadeau,broodje
Vet of vette cadeau,broodje
Snel of snelle cadeau,broodje
Wit of witte cadeau,broodje
Klein of kleine cadeau,broodje
Rood of rode cadeau,broodje
Dik of dikke cadeau,broodje
Oud of oude cadeau,broodje
Goed of goede cadeau,broodje
Wat rijmt er op cadeau,broodje
Elk of elke: Elk cadeau,broodje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat cadeau,broodje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons cadeau,broodje
Wat rijmt er op cadeau,broodje
Oefening van de dag