De of het carnavalstijd?
De carnavalstijd
Is het de of het carnavalstijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de carnavalstijd.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Carnival time
Deutsch: Karneval | Bekijk of het der of die Karneval is.
Français: Carnaval | Bekijk of het Le o La Carnaval is.
Jou of jouw: jouw carnavalstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalstijd
Groot of grote carnavalstijd
Half of halve carnavalstijd
Grappig of grappige carnavalstijd
Leeg of lege carnavalstijd
leuk of leuke carnavalstijd
Vet of vette carnavalstijd
Snel of snelle carnavalstijd
Wit of witte carnavalstijd
Klein of kleine carnavalstijd
Rood of rode carnavalstijd
Dik of dikke carnavalstijd
Oud of oude carnavalstijd
Goed of goede carnavalstijd
Wat rijmt er op carnavalstijd
Elk of elke: Elke carnavalstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die carnavalstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze carnavalstijd
Wat rijmt er op carnavalstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalstijd
Groot of grote carnavalstijd
Half of halve carnavalstijd
Grappig of grappige carnavalstijd
Leeg of lege carnavalstijd
leuk of leuke carnavalstijd
Vet of vette carnavalstijd
Snel of snelle carnavalstijd
Wit of witte carnavalstijd
Klein of kleine carnavalstijd
Rood of rode carnavalstijd
Dik of dikke carnavalstijd
Oud of oude carnavalstijd
Goed of goede carnavalstijd
Wat rijmt er op carnavalstijd
Elk of elke: Elke carnavalstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die carnavalstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze carnavalstijd
Wat rijmt er op carnavalstijd
Oefening van de dag
