De of het carnavalszondag?
De carnavalszondag
Is het de of het carnavalszondag
In de Nederlandse taal gebruiken wij de carnavalszondag.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Carnival Sunday
Deutsch: Karnevalssonntag | Bekijk of het der of die Karnevalssonntag is.
Français: Carnaval dimanche | Bekijk of het Le o La Carnaval dimanche is.
Jou of jouw: jouw carnavalszondag
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalszondag
Groot of grote carnavalszondag
Half of halve carnavalszondag
Grappig of grappige carnavalszondag
Leeg of lege carnavalszondag
leuk of leuke carnavalszondag
Vet of vette carnavalszondag
Snel of snelle carnavalszondag
Wit of witte carnavalszondag
Klein of kleine carnavalszondag
Rood of rode carnavalszondag
Dik of dikke carnavalszondag
Oud of oude carnavalszondag
Goed of goede carnavalszondag
Wat rijmt er op carnavalszondag
Elk of elke: Elke carnavalszondag
Aanwijzend voornaamwoord: Die carnavalszondag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze carnavalszondag
Wat rijmt er op carnavalszondag
Buigings-e:
Mooi of mooie carnavalszondag
Groot of grote carnavalszondag
Half of halve carnavalszondag
Grappig of grappige carnavalszondag
Leeg of lege carnavalszondag
leuk of leuke carnavalszondag
Vet of vette carnavalszondag
Snel of snelle carnavalszondag
Wit of witte carnavalszondag
Klein of kleine carnavalszondag
Rood of rode carnavalszondag
Dik of dikke carnavalszondag
Oud of oude carnavalszondag
Goed of goede carnavalszondag
Wat rijmt er op carnavalszondag
Elk of elke: Elke carnavalszondag
Aanwijzend voornaamwoord: Die carnavalszondag
Bezittelijk voornaamwoord: Onze carnavalszondag
Wat rijmt er op carnavalszondag
Oefening van de dag
