De of het contracttermijn?
De contracttermijn
Is het de of het contracttermijn
In de Nederlandse taal gebruiken wij de contracttermijn.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: contract term
Deutsch: Vertragslaufzeit | Bekijk of het der of die Vertragslaufzeit is.
Français: durée du contrat | Bekijk of het Le o La durée du contrat is.
Jou of jouw: jouw contracttermijn
Buigings-e:
Mooi of mooie contracttermijn
Groot of grote contracttermijn
Half of halve contracttermijn
Grappig of grappige contracttermijn
Leeg of lege contracttermijn
leuk of leuke contracttermijn
Vet of vette contracttermijn
Snel of snelle contracttermijn
Wit of witte contracttermijn
Klein of kleine contracttermijn
Rood of rode contracttermijn
Dik of dikke contracttermijn
Oud of oude contracttermijn
Goed of goede contracttermijn
Wat rijmt er op contracttermijn
Elk of elke: Elke contracttermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die contracttermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze contracttermijn
Wat rijmt er op contracttermijn
Buigings-e:
Mooi of mooie contracttermijn
Groot of grote contracttermijn
Half of halve contracttermijn
Grappig of grappige contracttermijn
Leeg of lege contracttermijn
leuk of leuke contracttermijn
Vet of vette contracttermijn
Snel of snelle contracttermijn
Wit of witte contracttermijn
Klein of kleine contracttermijn
Rood of rode contracttermijn
Dik of dikke contracttermijn
Oud of oude contracttermijn
Goed of goede contracttermijn
Wat rijmt er op contracttermijn
Elk of elke: Elke contracttermijn
Aanwijzend voornaamwoord: Die contracttermijn
Bezittelijk voornaamwoord: Onze contracttermijn
Wat rijmt er op contracttermijn
Oefening van de dag