De of het corresponderen?
Het corresponderen
Is het de of het corresponderen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het corresponderen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: correspond
Deutsch: entsprechen | Bekijk of het der of die entsprechen is.
Français: correspondre | Bekijk of het Le o La correspondre is.
Jou of jouw: jouw corresponderen
Buigings-e:
Mooi of mooie corresponderen
Groot of grote corresponderen
Half of halve corresponderen
Grappig of grappige corresponderen
Leeg of lege corresponderen
leuk of leuke corresponderen
Vet of vette corresponderen
Snel of snelle corresponderen
Wit of witte corresponderen
Klein of kleine corresponderen
Rood of rode corresponderen
Dik of dikke corresponderen
Oud of oude corresponderen
Goed of goede corresponderen
Wat rijmt er op corresponderen
Elk of elke: Elk corresponderen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat corresponderen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons corresponderen
Wat rijmt er op corresponderen
Buigings-e:
Mooi of mooie corresponderen
Groot of grote corresponderen
Half of halve corresponderen
Grappig of grappige corresponderen
Leeg of lege corresponderen
leuk of leuke corresponderen
Vet of vette corresponderen
Snel of snelle corresponderen
Wit of witte corresponderen
Klein of kleine corresponderen
Rood of rode corresponderen
Dik of dikke corresponderen
Oud of oude corresponderen
Goed of goede corresponderen
Wat rijmt er op corresponderen
Elk of elke: Elk corresponderen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat corresponderen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons corresponderen
Wat rijmt er op corresponderen
Oefening van de dag



