De of het cyclisch?
De cyclisch
Is het de of het cyclisch
In de Nederlandse taal gebruiken wij de cyclisch.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cyclic
Deutsch: zyklisch | Bekijk of het der of die zyklisch is.
Français: cyclique | Bekijk of het Le o La cyclique is.
Jou of jouw: jouw cyclisch
Buigings-e:
Mooi of mooie cyclisch
Groot of grote cyclisch
Half of halve cyclisch
Grappig of grappige cyclisch
Leeg of lege cyclisch
leuk of leuke cyclisch
Vet of vette cyclisch
Snel of snelle cyclisch
Wit of witte cyclisch
Klein of kleine cyclisch
Rood of rode cyclisch
Dik of dikke cyclisch
Oud of oude cyclisch
Goed of goede cyclisch
Wat rijmt er op cyclisch
Elk of elke: Elke cyclisch
Aanwijzend voornaamwoord: Die cyclisch
Bezittelijk voornaamwoord: Onze cyclisch
Wat rijmt er op cyclisch
Buigings-e:
Mooi of mooie cyclisch
Groot of grote cyclisch
Half of halve cyclisch
Grappig of grappige cyclisch
Leeg of lege cyclisch
leuk of leuke cyclisch
Vet of vette cyclisch
Snel of snelle cyclisch
Wit of witte cyclisch
Klein of kleine cyclisch
Rood of rode cyclisch
Dik of dikke cyclisch
Oud of oude cyclisch
Goed of goede cyclisch
Wat rijmt er op cyclisch
Elk of elke: Elke cyclisch
Aanwijzend voornaamwoord: Die cyclisch
Bezittelijk voornaamwoord: Onze cyclisch
Wat rijmt er op cyclisch
Oefening van de dag



