De of het dagparkeren?
Het dagparkeren
Is het de of het dagparkeren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het dagparkeren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: Daily parking
Deutsch: Tägliche Park | Bekijk of het der of die Tägliche Park is.
Français: Stationnement | Bekijk of het Le o La Stationnement is.
Jou of jouw: jouw dagparkeren
Buigings-e:
Mooi of mooie dagparkeren
Groot of grote dagparkeren
Half of halve dagparkeren
Grappig of grappige dagparkeren
Leeg of lege dagparkeren
leuk of leuke dagparkeren
Vet of vette dagparkeren
Snel of snelle dagparkeren
Wit of witte dagparkeren
Klein of kleine dagparkeren
Rood of rode dagparkeren
Dik of dikke dagparkeren
Oud of oude dagparkeren
Goed of goede dagparkeren
Wat rijmt er op dagparkeren
Elk of elke: Elk dagparkeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dagparkeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dagparkeren
Wat rijmt er op dagparkeren
Buigings-e:
Mooi of mooie dagparkeren
Groot of grote dagparkeren
Half of halve dagparkeren
Grappig of grappige dagparkeren
Leeg of lege dagparkeren
leuk of leuke dagparkeren
Vet of vette dagparkeren
Snel of snelle dagparkeren
Wit of witte dagparkeren
Klein of kleine dagparkeren
Rood of rode dagparkeren
Dik of dikke dagparkeren
Oud of oude dagparkeren
Goed of goede dagparkeren
Wat rijmt er op dagparkeren
Elk of elke: Elk dagparkeren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat dagparkeren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons dagparkeren
Wat rijmt er op dagparkeren
Oefening van de dag



