De of het dataverzamelingstabel?
De dataverzamelingstabel
Is het de of het dataverzamelingstabel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dataverzamelingstabel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: data collection table
Jou of jouw: jouw dataverzamelingstabel
Buigings-e:
Mooi of mooie dataverzamelingstabel
Groot of grote dataverzamelingstabel
Half of halve dataverzamelingstabel
Grappig of grappige dataverzamelingstabel
Leeg of lege dataverzamelingstabel
leuk of leuke dataverzamelingstabel
Vet of vette dataverzamelingstabel
Snel of snelle dataverzamelingstabel
Wit of witte dataverzamelingstabel
Klein of kleine dataverzamelingstabel
Rood of rode dataverzamelingstabel
Dik of dikke dataverzamelingstabel
Oud of oude dataverzamelingstabel
Goed of goede dataverzamelingstabel
Wat rijmt er op dataverzamelingstabel
Elk of elke: Elke dataverzamelingstabel
Aanwijzend voornaamwoord: Die dataverzamelingstabel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dataverzamelingstabel
Wat rijmt er op dataverzamelingstabel
Buigings-e:
Mooi of mooie dataverzamelingstabel
Groot of grote dataverzamelingstabel
Half of halve dataverzamelingstabel
Grappig of grappige dataverzamelingstabel
Leeg of lege dataverzamelingstabel
leuk of leuke dataverzamelingstabel
Vet of vette dataverzamelingstabel
Snel of snelle dataverzamelingstabel
Wit of witte dataverzamelingstabel
Klein of kleine dataverzamelingstabel
Rood of rode dataverzamelingstabel
Dik of dikke dataverzamelingstabel
Oud of oude dataverzamelingstabel
Goed of goede dataverzamelingstabel
Wat rijmt er op dataverzamelingstabel
Elk of elke: Elke dataverzamelingstabel
Aanwijzend voornaamwoord: Die dataverzamelingstabel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dataverzamelingstabel
Wat rijmt er op dataverzamelingstabel
Oefening van de dag



