De of het de-escaleren?
Het de-escaleren
Is het de of het de-escaleren
In de Nederlandse taal gebruiken wij het de-escaleren.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: de-escalate
Deutsch: deeskalieren | Bekijk of het der of die deeskalieren is.
Français: désescalade | Bekijk of het Le o La désescalade is.
Jou of jouw: jouw de-escaleren
Buigings-e:
Mooi of mooie de-escaleren
Groot of grote de-escaleren
Half of halve de-escaleren
Grappig of grappige de-escaleren
Leeg of lege de-escaleren
leuk of leuke de-escaleren
Vet of vette de-escaleren
Snel of snelle de-escaleren
Wit of witte de-escaleren
Klein of kleine de-escaleren
Rood of rode de-escaleren
Dik of dikke de-escaleren
Oud of oude de-escaleren
Goed of goede de-escaleren
Wat rijmt er op de-escaleren
Elk of elke: Elk de-escaleren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat de-escaleren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons de-escaleren
Wat rijmt er op de-escaleren
Buigings-e:
Mooi of mooie de-escaleren
Groot of grote de-escaleren
Half of halve de-escaleren
Grappig of grappige de-escaleren
Leeg of lege de-escaleren
leuk of leuke de-escaleren
Vet of vette de-escaleren
Snel of snelle de-escaleren
Wit of witte de-escaleren
Klein of kleine de-escaleren
Rood of rode de-escaleren
Dik of dikke de-escaleren
Oud of oude de-escaleren
Goed of goede de-escaleren
Wat rijmt er op de-escaleren
Elk of elke: Elk de-escaleren
Aanwijzend voornaamwoord: Dat de-escaleren
Bezittelijk voornaamwoord: Ons de-escaleren
Wat rijmt er op de-escaleren
Oefening van de dag



