De of het derdejaars?
De derdejaars
Is het de of het derdejaars
In de Nederlandse taal gebruiken wij de derdejaars.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: third year
Deutsch: dritten Jahr | Bekijk of het der of die dritten Jahr is.
Français: troisième année | Bekijk of het Le o La troisième année is.
Jou of jouw: jouw derdejaars
Buigings-e:
Mooi of mooie derdejaars
Groot of grote derdejaars
Half of halve derdejaars
Grappig of grappige derdejaars
Leeg of lege derdejaars
leuk of leuke derdejaars
Vet of vette derdejaars
Snel of snelle derdejaars
Wit of witte derdejaars
Klein of kleine derdejaars
Rood of rode derdejaars
Dik of dikke derdejaars
Oud of oude derdejaars
Goed of goede derdejaars
Wat rijmt er op derdejaars
Elk of elke: Elke derdejaars
Aanwijzend voornaamwoord: Die derdejaars
Bezittelijk voornaamwoord: Onze derdejaars
Wat rijmt er op derdejaars
Buigings-e:
Mooi of mooie derdejaars
Groot of grote derdejaars
Half of halve derdejaars
Grappig of grappige derdejaars
Leeg of lege derdejaars
leuk of leuke derdejaars
Vet of vette derdejaars
Snel of snelle derdejaars
Wit of witte derdejaars
Klein of kleine derdejaars
Rood of rode derdejaars
Dik of dikke derdejaars
Oud of oude derdejaars
Goed of goede derdejaars
Wat rijmt er op derdejaars
Elk of elke: Elke derdejaars
Aanwijzend voornaamwoord: Die derdejaars
Bezittelijk voornaamwoord: Onze derdejaars
Wat rijmt er op derdejaars
Oefening van de dag



