De of het dienstbodevraagstuk?
De dienstbodevraagstuk
Is het de of het dienstbodevraagstuk
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dienstbodevraagstuk.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: maid issue
Deutsch: Trau Ausgabe | Bekijk of het der of die Trau Ausgabe is.
Français: question de ménage | Bekijk of het Le o La question de ménage is.
Jou of jouw: jouw dienstbodevraagstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dienstbodevraagstuk
Groot of grote dienstbodevraagstuk
Half of halve dienstbodevraagstuk
Grappig of grappige dienstbodevraagstuk
Leeg of lege dienstbodevraagstuk
leuk of leuke dienstbodevraagstuk
Vet of vette dienstbodevraagstuk
Snel of snelle dienstbodevraagstuk
Wit of witte dienstbodevraagstuk
Klein of kleine dienstbodevraagstuk
Rood of rode dienstbodevraagstuk
Dik of dikke dienstbodevraagstuk
Oud of oude dienstbodevraagstuk
Goed of goede dienstbodevraagstuk
Wat rijmt er op dienstbodevraagstuk
Elk of elke: Elke dienstbodevraagstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dienstbodevraagstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dienstbodevraagstuk
Wat rijmt er op dienstbodevraagstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dienstbodevraagstuk
Groot of grote dienstbodevraagstuk
Half of halve dienstbodevraagstuk
Grappig of grappige dienstbodevraagstuk
Leeg of lege dienstbodevraagstuk
leuk of leuke dienstbodevraagstuk
Vet of vette dienstbodevraagstuk
Snel of snelle dienstbodevraagstuk
Wit of witte dienstbodevraagstuk
Klein of kleine dienstbodevraagstuk
Rood of rode dienstbodevraagstuk
Dik of dikke dienstbodevraagstuk
Oud of oude dienstbodevraagstuk
Goed of goede dienstbodevraagstuk
Wat rijmt er op dienstbodevraagstuk
Elk of elke: Elke dienstbodevraagstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dienstbodevraagstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dienstbodevraagstuk
Wat rijmt er op dienstbodevraagstuk
Oefening van de dag



