De of het dijstuk?
De dijstuk
Is het de of het dijstuk
In de Nederlandse taal gebruiken wij de dijstuk.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: thigh portion
Deutsch: Oberschenkelabschnitt | Bekijk of het der of die Oberschenkelabschnitt is.
Français: partie cuisse | Bekijk of het Le o La partie cuisse is.
Jou of jouw: jouw dijstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dijstuk
Groot of grote dijstuk
Half of halve dijstuk
Grappig of grappige dijstuk
Leeg of lege dijstuk
leuk of leuke dijstuk
Vet of vette dijstuk
Snel of snelle dijstuk
Wit of witte dijstuk
Klein of kleine dijstuk
Rood of rode dijstuk
Dik of dikke dijstuk
Oud of oude dijstuk
Goed of goede dijstuk
Wat rijmt er op dijstuk
Elk of elke: Elke dijstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dijstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dijstuk
Wat rijmt er op dijstuk
Buigings-e:
Mooi of mooie dijstuk
Groot of grote dijstuk
Half of halve dijstuk
Grappig of grappige dijstuk
Leeg of lege dijstuk
leuk of leuke dijstuk
Vet of vette dijstuk
Snel of snelle dijstuk
Wit of witte dijstuk
Klein of kleine dijstuk
Rood of rode dijstuk
Dik of dikke dijstuk
Oud of oude dijstuk
Goed of goede dijstuk
Wat rijmt er op dijstuk
Elk of elke: Elke dijstuk
Aanwijzend voornaamwoord: Die dijstuk
Bezittelijk voornaamwoord: Onze dijstuk
Wat rijmt er op dijstuk
Oefening van de dag
