De of het diploma-uitreiking?
De diploma-uitreiking
Is het de of het diploma-uitreiking
In de Nederlandse taal gebruiken wij de diploma-uitreiking.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: graduation
Deutsch: abschluss | Bekijk of het der of die abschluss is.
Français: graduation | Bekijk of het Le o La graduation is.
Jou of jouw: jouw diploma-uitreiking
Buigings-e:
Mooi of mooie diploma-uitreiking
Groot of grote diploma-uitreiking
Half of halve diploma-uitreiking
Grappig of grappige diploma-uitreiking
Leeg of lege diploma-uitreiking
leuk of leuke diploma-uitreiking
Vet of vette diploma-uitreiking
Snel of snelle diploma-uitreiking
Wit of witte diploma-uitreiking
Klein of kleine diploma-uitreiking
Rood of rode diploma-uitreiking
Dik of dikke diploma-uitreiking
Oud of oude diploma-uitreiking
Goed of goede diploma-uitreiking
Wat rijmt er op diploma-uitreiking
Elk of elke: Elke diploma-uitreiking
Aanwijzend voornaamwoord: Die diploma-uitreiking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diploma-uitreiking
Wat rijmt er op diploma-uitreiking
Buigings-e:
Mooi of mooie diploma-uitreiking
Groot of grote diploma-uitreiking
Half of halve diploma-uitreiking
Grappig of grappige diploma-uitreiking
Leeg of lege diploma-uitreiking
leuk of leuke diploma-uitreiking
Vet of vette diploma-uitreiking
Snel of snelle diploma-uitreiking
Wit of witte diploma-uitreiking
Klein of kleine diploma-uitreiking
Rood of rode diploma-uitreiking
Dik of dikke diploma-uitreiking
Oud of oude diploma-uitreiking
Goed of goede diploma-uitreiking
Wat rijmt er op diploma-uitreiking
Elk of elke: Elke diploma-uitreiking
Aanwijzend voornaamwoord: Die diploma-uitreiking
Bezittelijk voornaamwoord: Onze diploma-uitreiking
Wat rijmt er op diploma-uitreiking
Oefening van de dag