De of het gebouwisolatie?
De gebouwisolatie
Is het de of het gebouwisolatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de gebouwisolatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: building insulation
Jou of jouw: jouw gebouwisolatie
Buigings-e:
Mooi of mooie gebouwisolatie
Groot of grote gebouwisolatie
Half of halve gebouwisolatie
Grappig of grappige gebouwisolatie
Leeg of lege gebouwisolatie
leuk of leuke gebouwisolatie
Vet of vette gebouwisolatie
Snel of snelle gebouwisolatie
Wit of witte gebouwisolatie
Klein of kleine gebouwisolatie
Rood of rode gebouwisolatie
Dik of dikke gebouwisolatie
Oud of oude gebouwisolatie
Goed of goede gebouwisolatie
Wat rijmt er op gebouwisolatie
Elk of elke: Elke gebouwisolatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die gebouwisolatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gebouwisolatie
Wat rijmt er op gebouwisolatie
Buigings-e:
Mooi of mooie gebouwisolatie
Groot of grote gebouwisolatie
Half of halve gebouwisolatie
Grappig of grappige gebouwisolatie
Leeg of lege gebouwisolatie
leuk of leuke gebouwisolatie
Vet of vette gebouwisolatie
Snel of snelle gebouwisolatie
Wit of witte gebouwisolatie
Klein of kleine gebouwisolatie
Rood of rode gebouwisolatie
Dik of dikke gebouwisolatie
Oud of oude gebouwisolatie
Goed of goede gebouwisolatie
Wat rijmt er op gebouwisolatie
Elk of elke: Elke gebouwisolatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die gebouwisolatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze gebouwisolatie
Wat rijmt er op gebouwisolatie
Oefening van de dag