De of het groepsassessment?
Het groepsassessment
Is het de of het groepsassessment
In de Nederlandse taal gebruiken wij het groepsassessment.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: group assessment
Jou of jouw: jouw groepsassessment
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsassessment
Groot of grote groepsassessment
Half of halve groepsassessment
Grappig of grappige groepsassessment
Leeg of lege groepsassessment
leuk of leuke groepsassessment
Vet of vette groepsassessment
Snel of snelle groepsassessment
Wit of witte groepsassessment
Klein of kleine groepsassessment
Rood of rode groepsassessment
Dik of dikke groepsassessment
Oud of oude groepsassessment
Goed of goede groepsassessment
Wat rijmt er op groepsassessment
Elk of elke: Elk groepsassessment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat groepsassessment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons groepsassessment
Wat rijmt er op groepsassessment
Buigings-e:
Mooi of mooie groepsassessment
Groot of grote groepsassessment
Half of halve groepsassessment
Grappig of grappige groepsassessment
Leeg of lege groepsassessment
leuk of leuke groepsassessment
Vet of vette groepsassessment
Snel of snelle groepsassessment
Wit of witte groepsassessment
Klein of kleine groepsassessment
Rood of rode groepsassessment
Dik of dikke groepsassessment
Oud of oude groepsassessment
Goed of goede groepsassessment
Wat rijmt er op groepsassessment
Elk of elke: Elk groepsassessment
Aanwijzend voornaamwoord: Dat groepsassessment
Bezittelijk voornaamwoord: Ons groepsassessment
Wat rijmt er op groepsassessment
Oefening van de dag