De of het hoofdzetel?
De hoofdzetel
Is het de of het hoofdzetel
In de Nederlandse taal gebruiken wij de hoofdzetel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: headquarters
Deutsch: Hauptsitz | Bekijk of het der of die Hauptsitz is.
Français: le siège | Bekijk of het Le o La le siège is.
Jou of jouw: jouw hoofdzetel
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdzetel
Groot of grote hoofdzetel
Half of halve hoofdzetel
Grappig of grappige hoofdzetel
Leeg of lege hoofdzetel
leuk of leuke hoofdzetel
Vet of vette hoofdzetel
Snel of snelle hoofdzetel
Wit of witte hoofdzetel
Klein of kleine hoofdzetel
Rood of rode hoofdzetel
Dik of dikke hoofdzetel
Oud of oude hoofdzetel
Goed of goede hoofdzetel
Wat rijmt er op hoofdzetel
Elk of elke: Elke hoofdzetel
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoofdzetel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoofdzetel
Wat rijmt er op hoofdzetel
Buigings-e:
Mooi of mooie hoofdzetel
Groot of grote hoofdzetel
Half of halve hoofdzetel
Grappig of grappige hoofdzetel
Leeg of lege hoofdzetel
leuk of leuke hoofdzetel
Vet of vette hoofdzetel
Snel of snelle hoofdzetel
Wit of witte hoofdzetel
Klein of kleine hoofdzetel
Rood of rode hoofdzetel
Dik of dikke hoofdzetel
Oud of oude hoofdzetel
Goed of goede hoofdzetel
Wat rijmt er op hoofdzetel
Elk of elke: Elke hoofdzetel
Aanwijzend voornaamwoord: Die hoofdzetel
Bezittelijk voornaamwoord: Onze hoofdzetel
Wat rijmt er op hoofdzetel
Oefening van de dag