De of het houtvuur?
Het houtvuur
Is het de of het houtvuur
In de Nederlandse taal gebruiken wij het houtvuur.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: wood fire
Deutsch: Holzfeuer | Bekijk of het der of die Holzfeuer is.
Français: feu de bois | Bekijk of het Le o La feu de bois is.
Jou of jouw: jouw houtvuur
Buigings-e:
Mooi of mooie houtvuur
Groot of grote houtvuur
Half of halve houtvuur
Grappig of grappige houtvuur
Leeg of lege houtvuur
leuk of leuke houtvuur
Vet of vette houtvuur
Snel of snelle houtvuur
Wit of witte houtvuur
Klein of kleine houtvuur
Rood of rode houtvuur
Dik of dikke houtvuur
Oud of oude houtvuur
Goed of goede houtvuur
Wat rijmt er op houtvuur
Elk of elke: Elk houtvuur
Aanwijzend voornaamwoord: Dat houtvuur
Bezittelijk voornaamwoord: Ons houtvuur
Wat rijmt er op houtvuur
Buigings-e:
Mooi of mooie houtvuur
Groot of grote houtvuur
Half of halve houtvuur
Grappig of grappige houtvuur
Leeg of lege houtvuur
leuk of leuke houtvuur
Vet of vette houtvuur
Snel of snelle houtvuur
Wit of witte houtvuur
Klein of kleine houtvuur
Rood of rode houtvuur
Dik of dikke houtvuur
Oud of oude houtvuur
Goed of goede houtvuur
Wat rijmt er op houtvuur
Elk of elke: Elk houtvuur
Aanwijzend voornaamwoord: Dat houtvuur
Bezittelijk voornaamwoord: Ons houtvuur
Wat rijmt er op houtvuur
Oefening van de dag