De of het identiteitskaartnummer?

Het identiteitskaartnummer

Is het de of het identiteitskaartnummer

In de Nederlandse taal gebruiken wij het identiteitskaartnummer.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: identity card number
Deutsch: Personalausweisnummer | Bekijk of het der of die Personalausweisnummer is.
Français: numéro de carte d'identité | Bekijk of het Le o La numéro de carte d'identité is.

Jou of jouw: jouw identiteitskaartnummer

Buigings-e:
Mooi of mooie identiteitskaartnummer
Groot of grote identiteitskaartnummer
Half of halve identiteitskaartnummer
Grappig of grappige identiteitskaartnummer
Leeg of lege identiteitskaartnummer
leuk of leuke identiteitskaartnummer
Vet of vette identiteitskaartnummer
Snel of snelle identiteitskaartnummer
Wit of witte identiteitskaartnummer
Klein of kleine identiteitskaartnummer
Rood of rode identiteitskaartnummer
Dik of dikke identiteitskaartnummer
Oud of oude identiteitskaartnummer
Goed of goede identiteitskaartnummer
Wat rijmt er op identiteitskaartnummer

Elk of elke: Elk identiteitskaartnummer
Aanwijzend voornaamwoord: Dat identiteitskaartnummer
Bezittelijk voornaamwoord: Ons identiteitskaartnummer
Wat rijmt er op identiteitskaartnummer

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat