De of het inbraakschade?
De inbraakschade
Is het de of het inbraakschade
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inbraakschade.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: burglary
Deutsch: Einbruch | Bekijk of het der of die Einbruch is.
Français: un cambriolage | Bekijk of het Le o La un cambriolage is.
Jou of jouw: jouw inbraakschade
Buigings-e:
Mooi of mooie inbraakschade
Groot of grote inbraakschade
Half of halve inbraakschade
Grappig of grappige inbraakschade
Leeg of lege inbraakschade
leuk of leuke inbraakschade
Vet of vette inbraakschade
Snel of snelle inbraakschade
Wit of witte inbraakschade
Klein of kleine inbraakschade
Rood of rode inbraakschade
Dik of dikke inbraakschade
Oud of oude inbraakschade
Goed of goede inbraakschade
Wat rijmt er op inbraakschade
Elk of elke: Elke inbraakschade
Aanwijzend voornaamwoord: Die inbraakschade
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inbraakschade
Wat rijmt er op inbraakschade
Buigings-e:
Mooi of mooie inbraakschade
Groot of grote inbraakschade
Half of halve inbraakschade
Grappig of grappige inbraakschade
Leeg of lege inbraakschade
leuk of leuke inbraakschade
Vet of vette inbraakschade
Snel of snelle inbraakschade
Wit of witte inbraakschade
Klein of kleine inbraakschade
Rood of rode inbraakschade
Dik of dikke inbraakschade
Oud of oude inbraakschade
Goed of goede inbraakschade
Wat rijmt er op inbraakschade
Elk of elke: Elke inbraakschade
Aanwijzend voornaamwoord: Die inbraakschade
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inbraakschade
Wat rijmt er op inbraakschade
Oefening van de dag



