De of het infectieziekte?
De infectieziekte
Is het de of het infectieziekte
In de Nederlandse taal gebruiken wij de infectieziekte.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Infectieziekte is vrouwelijk
English: infectious disease
Deutsch: infektiös | Bekijk of het der of die infektiös is.
Français: infectieux | Bekijk of het Le o La infectieux is.
Jou of jouw: jouw infectieziekte
Buigings-e:
Mooi of mooie infectieziekte
Groot of grote infectieziekte
Half of halve infectieziekte
Grappig of grappige infectieziekte
Leeg of lege infectieziekte
leuk of leuke infectieziekte
Vet of vette infectieziekte
Snel of snelle infectieziekte
Wit of witte infectieziekte
Klein of kleine infectieziekte
Rood of rode infectieziekte
Dik of dikke infectieziekte
Oud of oude infectieziekte
Goed of goede infectieziekte
Wat rijmt er op infectieziekte
Elk of elke: Elke infectieziekte
Aanwijzend voornaamwoord: Die infectieziekte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze infectieziekte
Wat rijmt er op infectieziekte
Buigings-e:
Mooi of mooie infectieziekte
Groot of grote infectieziekte
Half of halve infectieziekte
Grappig of grappige infectieziekte
Leeg of lege infectieziekte
leuk of leuke infectieziekte
Vet of vette infectieziekte
Snel of snelle infectieziekte
Wit of witte infectieziekte
Klein of kleine infectieziekte
Rood of rode infectieziekte
Dik of dikke infectieziekte
Oud of oude infectieziekte
Goed of goede infectieziekte
Wat rijmt er op infectieziekte
Elk of elke: Elke infectieziekte
Aanwijzend voornaamwoord: Die infectieziekte
Bezittelijk voornaamwoord: Onze infectieziekte
Wat rijmt er op infectieziekte
Oefening van de dag