De of het inforamatie?
De inforamatie
Is het de of het inforamatie
In de Nederlandse taal gebruiken wij de inforamatie.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: inforamatie
Jou of jouw: jouw inforamatie
Buigings-e:
Mooi of mooie inforamatie
Groot of grote inforamatie
Half of halve inforamatie
Grappig of grappige inforamatie
Leeg of lege inforamatie
leuk of leuke inforamatie
Vet of vette inforamatie
Snel of snelle inforamatie
Wit of witte inforamatie
Klein of kleine inforamatie
Rood of rode inforamatie
Dik of dikke inforamatie
Oud of oude inforamatie
Goed of goede inforamatie
Wat rijmt er op inforamatie
Elk of elke: Elke inforamatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die inforamatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inforamatie
Wat rijmt er op inforamatie
Buigings-e:
Mooi of mooie inforamatie
Groot of grote inforamatie
Half of halve inforamatie
Grappig of grappige inforamatie
Leeg of lege inforamatie
leuk of leuke inforamatie
Vet of vette inforamatie
Snel of snelle inforamatie
Wit of witte inforamatie
Klein of kleine inforamatie
Rood of rode inforamatie
Dik of dikke inforamatie
Oud of oude inforamatie
Goed of goede inforamatie
Wat rijmt er op inforamatie
Elk of elke: Elke inforamatie
Aanwijzend voornaamwoord: Die inforamatie
Bezittelijk voornaamwoord: Onze inforamatie
Wat rijmt er op inforamatie
Oefening van de dag



