De of het inkomen?
Het inkomen
Is het de of het inkomen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het inkomen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van inkomen
Meervoud: inkomens
English: income
Deutsch: das einkommen | Bekijk of het der of die das einkommen is.
Français: revenu | Bekijk of het Le o La revenu is.
Jou of jouw: jouw inkomen
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomen
Groot of grote inkomen
Half of halve inkomen
Grappig of grappige inkomen
Leeg of lege inkomen
leuk of leuke inkomen
Vet of vette inkomen
Snel of snelle inkomen
Wit of witte inkomen
Klein of kleine inkomen
Rood of rode inkomen
Dik of dikke inkomen
Oud of oude inkomen
Goed of goede inkomen
Wat rijmt er op inkomen
Elk of elke: Elk inkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inkomen
Wat rijmt er op inkomen
gezinsinkomen - middeninkomen - overdrachtsinkomen -
Buigings-e:
Mooi of mooie inkomen
Groot of grote inkomen
Half of halve inkomen
Grappig of grappige inkomen
Leeg of lege inkomen
leuk of leuke inkomen
Vet of vette inkomen
Snel of snelle inkomen
Wit of witte inkomen
Klein of kleine inkomen
Rood of rode inkomen
Dik of dikke inkomen
Oud of oude inkomen
Goed of goede inkomen
Wat rijmt er op inkomen
Elk of elke: Elk inkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat inkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons inkomen
Wat rijmt er op inkomen
gezinsinkomen - middeninkomen - overdrachtsinkomen -
Oefening van de dag



