De of het interieurbekleding?
De interieurbekleding
Is het de of het interieurbekleding
In de Nederlandse taal gebruiken wij de interieurbekleding.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: interior trim
Deutsch: Innenausstattung | Bekijk of het der of die Innenausstattung is.
Français: garniture intérieure | Bekijk of het Le o La garniture intérieure is.
Jou of jouw: jouw interieurbekleding
Buigings-e:
Mooi of mooie interieurbekleding
Groot of grote interieurbekleding
Half of halve interieurbekleding
Grappig of grappige interieurbekleding
Leeg of lege interieurbekleding
leuk of leuke interieurbekleding
Vet of vette interieurbekleding
Snel of snelle interieurbekleding
Wit of witte interieurbekleding
Klein of kleine interieurbekleding
Rood of rode interieurbekleding
Dik of dikke interieurbekleding
Oud of oude interieurbekleding
Goed of goede interieurbekleding
Wat rijmt er op interieurbekleding
Elk of elke: Elke interieurbekleding
Aanwijzend voornaamwoord: Die interieurbekleding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze interieurbekleding
Wat rijmt er op interieurbekleding
Buigings-e:
Mooi of mooie interieurbekleding
Groot of grote interieurbekleding
Half of halve interieurbekleding
Grappig of grappige interieurbekleding
Leeg of lege interieurbekleding
leuk of leuke interieurbekleding
Vet of vette interieurbekleding
Snel of snelle interieurbekleding
Wit of witte interieurbekleding
Klein of kleine interieurbekleding
Rood of rode interieurbekleding
Dik of dikke interieurbekleding
Oud of oude interieurbekleding
Goed of goede interieurbekleding
Wat rijmt er op interieurbekleding
Elk of elke: Elke interieurbekleding
Aanwijzend voornaamwoord: Die interieurbekleding
Bezittelijk voornaamwoord: Onze interieurbekleding
Wat rijmt er op interieurbekleding
Oefening van de dag