De of het jaarinkomen?
Het jaarinkomen
Is het de of het jaarinkomen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het jaarinkomen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: annual income
Deutsch: jährliches einkommen | Bekijk of het der of die jährliches einkommen is.
Français: revenu annuel | Bekijk of het Le o La revenu annuel is.
Jou of jouw: jouw jaarinkomen
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarinkomen
Groot of grote jaarinkomen
Half of halve jaarinkomen
Grappig of grappige jaarinkomen
Leeg of lege jaarinkomen
leuk of leuke jaarinkomen
Vet of vette jaarinkomen
Snel of snelle jaarinkomen
Wit of witte jaarinkomen
Klein of kleine jaarinkomen
Rood of rode jaarinkomen
Dik of dikke jaarinkomen
Oud of oude jaarinkomen
Goed of goede jaarinkomen
Wat rijmt er op jaarinkomen
Elk of elke: Elk jaarinkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat jaarinkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons jaarinkomen
Wat rijmt er op jaarinkomen
Buigings-e:
Mooi of mooie jaarinkomen
Groot of grote jaarinkomen
Half of halve jaarinkomen
Grappig of grappige jaarinkomen
Leeg of lege jaarinkomen
leuk of leuke jaarinkomen
Vet of vette jaarinkomen
Snel of snelle jaarinkomen
Wit of witte jaarinkomen
Klein of kleine jaarinkomen
Rood of rode jaarinkomen
Dik of dikke jaarinkomen
Oud of oude jaarinkomen
Goed of goede jaarinkomen
Wat rijmt er op jaarinkomen
Elk of elke: Elk jaarinkomen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat jaarinkomen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons jaarinkomen
Wat rijmt er op jaarinkomen
Oefening van de dag



