De of het kaartoefening?
De kaartoefening
Is het de of het kaartoefening
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kaartoefening.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: card exercise
Jou of jouw: jouw kaartoefening
Buigings-e:
Mooi of mooie kaartoefening
Groot of grote kaartoefening
Half of halve kaartoefening
Grappig of grappige kaartoefening
Leeg of lege kaartoefening
leuk of leuke kaartoefening
Vet of vette kaartoefening
Snel of snelle kaartoefening
Wit of witte kaartoefening
Klein of kleine kaartoefening
Rood of rode kaartoefening
Dik of dikke kaartoefening
Oud of oude kaartoefening
Goed of goede kaartoefening
Wat rijmt er op kaartoefening
Elk of elke: Elke kaartoefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaartoefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaartoefening
Wat rijmt er op kaartoefening
Buigings-e:
Mooi of mooie kaartoefening
Groot of grote kaartoefening
Half of halve kaartoefening
Grappig of grappige kaartoefening
Leeg of lege kaartoefening
leuk of leuke kaartoefening
Vet of vette kaartoefening
Snel of snelle kaartoefening
Wit of witte kaartoefening
Klein of kleine kaartoefening
Rood of rode kaartoefening
Dik of dikke kaartoefening
Oud of oude kaartoefening
Goed of goede kaartoefening
Wat rijmt er op kaartoefening
Elk of elke: Elke kaartoefening
Aanwijzend voornaamwoord: Die kaartoefening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kaartoefening
Wat rijmt er op kaartoefening
Oefening van de dag