De of het kamerovernachting?
De kamerovernachting
Is het de of het kamerovernachting
In de Nederlandse taal gebruiken wij de kamerovernachting.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: room night
Deutsch: Zimmer Nacht | Bekijk of het der of die Zimmer Nacht is.
Français: nuitée | Bekijk of het Le o La nuitée is.
Jou of jouw: jouw kamerovernachting
Buigings-e:
Mooi of mooie kamerovernachting
Groot of grote kamerovernachting
Half of halve kamerovernachting
Grappig of grappige kamerovernachting
Leeg of lege kamerovernachting
leuk of leuke kamerovernachting
Vet of vette kamerovernachting
Snel of snelle kamerovernachting
Wit of witte kamerovernachting
Klein of kleine kamerovernachting
Rood of rode kamerovernachting
Dik of dikke kamerovernachting
Oud of oude kamerovernachting
Goed of goede kamerovernachting
Wat rijmt er op kamerovernachting
Elk of elke: Elke kamerovernachting
Aanwijzend voornaamwoord: Die kamerovernachting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kamerovernachting
Wat rijmt er op kamerovernachting
Buigings-e:
Mooi of mooie kamerovernachting
Groot of grote kamerovernachting
Half of halve kamerovernachting
Grappig of grappige kamerovernachting
Leeg of lege kamerovernachting
leuk of leuke kamerovernachting
Vet of vette kamerovernachting
Snel of snelle kamerovernachting
Wit of witte kamerovernachting
Klein of kleine kamerovernachting
Rood of rode kamerovernachting
Dik of dikke kamerovernachting
Oud of oude kamerovernachting
Goed of goede kamerovernachting
Wat rijmt er op kamerovernachting
Elk of elke: Elke kamerovernachting
Aanwijzend voornaamwoord: Die kamerovernachting
Bezittelijk voornaamwoord: Onze kamerovernachting
Wat rijmt er op kamerovernachting
Oefening van de dag