De of het karrenstalling?
De karrenstalling
Is het de of het karrenstalling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de karrenstalling.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: cart storage
Jou of jouw: jouw karrenstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie karrenstalling
Groot of grote karrenstalling
Half of halve karrenstalling
Grappig of grappige karrenstalling
Leeg of lege karrenstalling
leuk of leuke karrenstalling
Vet of vette karrenstalling
Snel of snelle karrenstalling
Wit of witte karrenstalling
Klein of kleine karrenstalling
Rood of rode karrenstalling
Dik of dikke karrenstalling
Oud of oude karrenstalling
Goed of goede karrenstalling
Wat rijmt er op karrenstalling
Elk of elke: Elke karrenstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die karrenstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze karrenstalling
Wat rijmt er op karrenstalling
Buigings-e:
Mooi of mooie karrenstalling
Groot of grote karrenstalling
Half of halve karrenstalling
Grappig of grappige karrenstalling
Leeg of lege karrenstalling
leuk of leuke karrenstalling
Vet of vette karrenstalling
Snel of snelle karrenstalling
Wit of witte karrenstalling
Klein of kleine karrenstalling
Rood of rode karrenstalling
Dik of dikke karrenstalling
Oud of oude karrenstalling
Goed of goede karrenstalling
Wat rijmt er op karrenstalling
Elk of elke: Elke karrenstalling
Aanwijzend voornaamwoord: Die karrenstalling
Bezittelijk voornaamwoord: Onze karrenstalling
Wat rijmt er op karrenstalling
Oefening van de dag



