De of het kinderschaar?
Het kinderschaar
Is het de of het kinderschaar
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kinderschaar.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: children's scissors
Deutsch: Kinderscheren | Bekijk of het der of die Kinderscheren is.
Français: ciseaux pour enfants | Bekijk of het Le o La ciseaux pour enfants is.
Jou of jouw: jouw kinderschaar
Buigings-e:
Mooi of mooie kinderschaar
Groot of grote kinderschaar
Half of halve kinderschaar
Grappig of grappige kinderschaar
Leeg of lege kinderschaar
leuk of leuke kinderschaar
Vet of vette kinderschaar
Snel of snelle kinderschaar
Wit of witte kinderschaar
Klein of kleine kinderschaar
Rood of rode kinderschaar
Dik of dikke kinderschaar
Oud of oude kinderschaar
Goed of goede kinderschaar
Wat rijmt er op kinderschaar
Elk of elke: Elk kinderschaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kinderschaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kinderschaar
Wat rijmt er op kinderschaar
Buigings-e:
Mooi of mooie kinderschaar
Groot of grote kinderschaar
Half of halve kinderschaar
Grappig of grappige kinderschaar
Leeg of lege kinderschaar
leuk of leuke kinderschaar
Vet of vette kinderschaar
Snel of snelle kinderschaar
Wit of witte kinderschaar
Klein of kleine kinderschaar
Rood of rode kinderschaar
Dik of dikke kinderschaar
Oud of oude kinderschaar
Goed of goede kinderschaar
Wat rijmt er op kinderschaar
Elk of elke: Elk kinderschaar
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kinderschaar
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kinderschaar
Wat rijmt er op kinderschaar
Oefening van de dag



