De of het klaslokaal?
Het klaslokaal
Is het de of het klaslokaal
In de Nederlandse taal gebruiken wij het klaslokaal.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: classroom
Deutsch: Klassenzimmer | Bekijk of het der of die Klassenzimmer is.
Français: Salle De Classe | Bekijk of het Le o La Salle De Classe is.
Jou of jouw: jouw klaslokaal
Buigings-e:
Mooi of mooie klaslokaal
Groot of grote klaslokaal
Half of halve klaslokaal
Grappig of grappige klaslokaal
Leeg of lege klaslokaal
leuk of leuke klaslokaal
Vet of vette klaslokaal
Snel of snelle klaslokaal
Wit of witte klaslokaal
Klein of kleine klaslokaal
Rood of rode klaslokaal
Dik of dikke klaslokaal
Oud of oude klaslokaal
Goed of goede klaslokaal
Wat rijmt er op klaslokaal
Elk of elke: Elk klaslokaal
Aanwijzend voornaamwoord: Dat klaslokaal
Bezittelijk voornaamwoord: Ons klaslokaal
Wat rijmt er op klaslokaal
Buigings-e:
Mooi of mooie klaslokaal
Groot of grote klaslokaal
Half of halve klaslokaal
Grappig of grappige klaslokaal
Leeg of lege klaslokaal
leuk of leuke klaslokaal
Vet of vette klaslokaal
Snel of snelle klaslokaal
Wit of witte klaslokaal
Klein of kleine klaslokaal
Rood of rode klaslokaal
Dik of dikke klaslokaal
Oud of oude klaslokaal
Goed of goede klaslokaal
Wat rijmt er op klaslokaal
Elk of elke: Elk klaslokaal
Aanwijzend voornaamwoord: Dat klaslokaal
Bezittelijk voornaamwoord: Ons klaslokaal
Wat rijmt er op klaslokaal
Oefening van de dag
