De of het kleed?
Het kleed
Is het de of het kleed
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kleed.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: carpet
Deutsch: Teppich | Bekijk of het der of die Teppich is.
Français: un tapis | Bekijk of het Le o La un tapis is.
Jou of jouw: jouw kleed
Buigings-e:
Mooi of mooie kleed
Groot of grote kleed
Half of halve kleed
Grappig of grappige kleed
Leeg of lege kleed
leuk of leuke kleed
Vet of vette kleed
Snel of snelle kleed
Wit of witte kleed
Klein of kleine kleed
Rood of rode kleed
Dik of dikke kleed
Oud of oude kleed
Goed of goede kleed
Wat rijmt er op kleed
Elk of elke: Elk kleed
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kleed
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kleed
Wat rijmt er op kleed
goedgekleed - overkleed - ontkleed -
Buigings-e:
Mooi of mooie kleed
Groot of grote kleed
Half of halve kleed
Grappig of grappige kleed
Leeg of lege kleed
leuk of leuke kleed
Vet of vette kleed
Snel of snelle kleed
Wit of witte kleed
Klein of kleine kleed
Rood of rode kleed
Dik of dikke kleed
Oud of oude kleed
Goed of goede kleed
Wat rijmt er op kleed
Elk of elke: Elk kleed
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kleed
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kleed
Wat rijmt er op kleed
goedgekleed - overkleed - ontkleed -
Oefening van de dag



