De of het knisperen?
Het knisperen
Is het de of het knisperen
In de Nederlandse taal gebruiken wij het knisperen.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: crackle
Deutsch: knistern | Bekijk of het der of die knistern is.
Français: crépitement | Bekijk of het Le o La crépitement is.
Jou of jouw: jouw knisperen
Buigings-e:
Mooi of mooie knisperen
Groot of grote knisperen
Half of halve knisperen
Grappig of grappige knisperen
Leeg of lege knisperen
leuk of leuke knisperen
Vet of vette knisperen
Snel of snelle knisperen
Wit of witte knisperen
Klein of kleine knisperen
Rood of rode knisperen
Dik of dikke knisperen
Oud of oude knisperen
Goed of goede knisperen
Wat rijmt er op knisperen
Elk of elke: Elk knisperen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat knisperen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons knisperen
Wat rijmt er op knisperen
Buigings-e:
Mooi of mooie knisperen
Groot of grote knisperen
Half of halve knisperen
Grappig of grappige knisperen
Leeg of lege knisperen
leuk of leuke knisperen
Vet of vette knisperen
Snel of snelle knisperen
Wit of witte knisperen
Klein of kleine knisperen
Rood of rode knisperen
Dik of dikke knisperen
Oud of oude knisperen
Goed of goede knisperen
Wat rijmt er op knisperen
Elk of elke: Elk knisperen
Aanwijzend voornaamwoord: Dat knisperen
Bezittelijk voornaamwoord: Ons knisperen
Wat rijmt er op knisperen
Oefening van de dag



