De of het kruisje?
Het kruisje
Is het de of het kruisje
In de Nederlandse taal gebruiken wij het kruisje.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: mark
Deutsch: Marke | Bekijk of het der of die Marke is.
Français: marque | Bekijk of het Le o La marque is.
Jou of jouw: jouw kruisje
Buigings-e:
Mooi of mooie kruisje
Groot of grote kruisje
Half of halve kruisje
Grappig of grappige kruisje
Leeg of lege kruisje
leuk of leuke kruisje
Vet of vette kruisje
Snel of snelle kruisje
Wit of witte kruisje
Klein of kleine kruisje
Rood of rode kruisje
Dik of dikke kruisje
Oud of oude kruisje
Goed of goede kruisje
Wat rijmt er op kruisje
Elk of elke: Elk kruisje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kruisje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kruisje
Wat rijmt er op kruisje
askruisje - elfstedenkruisje - onderwerpkruisje -
Buigings-e:
Mooi of mooie kruisje
Groot of grote kruisje
Half of halve kruisje
Grappig of grappige kruisje
Leeg of lege kruisje
leuk of leuke kruisje
Vet of vette kruisje
Snel of snelle kruisje
Wit of witte kruisje
Klein of kleine kruisje
Rood of rode kruisje
Dik of dikke kruisje
Oud of oude kruisje
Goed of goede kruisje
Wat rijmt er op kruisje
Elk of elke: Elk kruisje
Aanwijzend voornaamwoord: Dat kruisje
Bezittelijk voornaamwoord: Ons kruisje
Wat rijmt er op kruisje
askruisje - elfstedenkruisje - onderwerpkruisje -
Oefening van de dag