De of het leerdoel?
Het leerdoel
Is het de of het leerdoel
In de Nederlandse taal gebruiken wij het leerdoel.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
Bekijk hier de betekenis van leerdoel
Meervoud: leerdoelen
Deutsch: Lernziel | Bekijk of het der of die Lernziel is.
Français: objectif d'apprentissage | Bekijk of het Le o La objectif d'apprentissage is.
Jou of jouw: jouw leerdoel
Buigings-e:
Mooi of mooie leerdoel
Groot of grote leerdoel
Half of halve leerdoel
Grappig of grappige leerdoel
Leeg of lege leerdoel
leuk of leuke leerdoel
Vet of vette leerdoel
Snel of snelle leerdoel
Wit of witte leerdoel
Klein of kleine leerdoel
Rood of rode leerdoel
Dik of dikke leerdoel
Oud of oude leerdoel
Goed of goede leerdoel
Wat rijmt er op leerdoel
Elk of elke: Elk leerdoel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat leerdoel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons leerdoel
Wat rijmt er op leerdoel
Buigings-e:
Mooi of mooie leerdoel
Groot of grote leerdoel
Half of halve leerdoel
Grappig of grappige leerdoel
Leeg of lege leerdoel
leuk of leuke leerdoel
Vet of vette leerdoel
Snel of snelle leerdoel
Wit of witte leerdoel
Klein of kleine leerdoel
Rood of rode leerdoel
Dik of dikke leerdoel
Oud of oude leerdoel
Goed of goede leerdoel
Wat rijmt er op leerdoel
Elk of elke: Elk leerdoel
Aanwijzend voornaamwoord: Dat leerdoel
Bezittelijk voornaamwoord: Ons leerdoel
Wat rijmt er op leerdoel
Oefening van de dag



