De of het leerperiode?
De leerperiode
Is het de of het leerperiode
In de Nederlandse taal gebruiken wij de leerperiode.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: learning period
Deutsch: Lehre | Bekijk of het der of die Lehre is.
Français: apprentissage | Bekijk of het Le o La apprentissage is.
Jou of jouw: jouw leerperiode
Buigings-e:
Mooi of mooie leerperiode
Groot of grote leerperiode
Half of halve leerperiode
Grappig of grappige leerperiode
Leeg of lege leerperiode
leuk of leuke leerperiode
Vet of vette leerperiode
Snel of snelle leerperiode
Wit of witte leerperiode
Klein of kleine leerperiode
Rood of rode leerperiode
Dik of dikke leerperiode
Oud of oude leerperiode
Goed of goede leerperiode
Wat rijmt er op leerperiode
Elk of elke: Elke leerperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die leerperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leerperiode
Wat rijmt er op leerperiode
praktijkleerperiode -
Buigings-e:
Mooi of mooie leerperiode
Groot of grote leerperiode
Half of halve leerperiode
Grappig of grappige leerperiode
Leeg of lege leerperiode
leuk of leuke leerperiode
Vet of vette leerperiode
Snel of snelle leerperiode
Wit of witte leerperiode
Klein of kleine leerperiode
Rood of rode leerperiode
Dik of dikke leerperiode
Oud of oude leerperiode
Goed of goede leerperiode
Wat rijmt er op leerperiode
Elk of elke: Elke leerperiode
Aanwijzend voornaamwoord: Die leerperiode
Bezittelijk voornaamwoord: Onze leerperiode
Wat rijmt er op leerperiode
praktijkleerperiode -
Oefening van de dag



