De of het lesopening?
De lesopening
Is het de of het lesopening
In de Nederlandse taal gebruiken wij de lesopening.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: lesopening
Jou of jouw: jouw lesopening
Buigings-e:
Mooi of mooie lesopening
Groot of grote lesopening
Half of halve lesopening
Grappig of grappige lesopening
Leeg of lege lesopening
leuk of leuke lesopening
Vet of vette lesopening
Snel of snelle lesopening
Wit of witte lesopening
Klein of kleine lesopening
Rood of rode lesopening
Dik of dikke lesopening
Oud of oude lesopening
Goed of goede lesopening
Wat rijmt er op lesopening
Elk of elke: Elke lesopening
Aanwijzend voornaamwoord: Die lesopening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lesopening
Wat rijmt er op lesopening
Buigings-e:
Mooi of mooie lesopening
Groot of grote lesopening
Half of halve lesopening
Grappig of grappige lesopening
Leeg of lege lesopening
leuk of leuke lesopening
Vet of vette lesopening
Snel of snelle lesopening
Wit of witte lesopening
Klein of kleine lesopening
Rood of rode lesopening
Dik of dikke lesopening
Oud of oude lesopening
Goed of goede lesopening
Wat rijmt er op lesopening
Elk of elke: Elke lesopening
Aanwijzend voornaamwoord: Die lesopening
Bezittelijk voornaamwoord: Onze lesopening
Wat rijmt er op lesopening
Oefening van de dag