De of het levensnoodzakelijk?

Het levensnoodzakelijk

Is het de of het levensnoodzakelijk

In de Nederlandse taal gebruiken wij het levensnoodzakelijk.

Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?

English: vital
Deutsch: vital | Bekijk of het der of die vital is.
Français: vital | Bekijk of het Le o La vital is.

Jou of jouw: jouw levensnoodzakelijk

Buigings-e:
Mooi of mooie levensnoodzakelijk
Groot of grote levensnoodzakelijk
Half of halve levensnoodzakelijk
Grappig of grappige levensnoodzakelijk
Leeg of lege levensnoodzakelijk
leuk of leuke levensnoodzakelijk
Vet of vette levensnoodzakelijk
Snel of snelle levensnoodzakelijk
Wit of witte levensnoodzakelijk
Klein of kleine levensnoodzakelijk
Rood of rode levensnoodzakelijk
Dik of dikke levensnoodzakelijk
Oud of oude levensnoodzakelijk
Goed of goede levensnoodzakelijk
Wat rijmt er op levensnoodzakelijk

Elk of elke: Elk levensnoodzakelijk
Aanwijzend voornaamwoord: Dat levensnoodzakelijk
Bezittelijk voornaamwoord: Ons levensnoodzakelijk
Wat rijmt er op levensnoodzakelijk

Oefening van de dag

Dagelijkse mail

De Nederlandse taal goed onder de knie krijgen? Oefen dan elke dag de lidwoorden. Wij sturen elke dag om 7.15 een e-mail met de link naar de oefening van de dag.

E-mail ontvangen

De of het memorie

Bekijk het spel

De muismat

Bekijk de muismat