De of het levenstijd?
De levenstijd
Is het de of het levenstijd
In de Nederlandse taal gebruiken wij de levenstijd.
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: life time
Deutsch: lebensdauer | Bekijk of het der of die lebensdauer is.
Français: durée de vie | Bekijk of het Le o La durée de vie is.
Jou of jouw: jouw levenstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie levenstijd
Groot of grote levenstijd
Half of halve levenstijd
Grappig of grappige levenstijd
Leeg of lege levenstijd
leuk of leuke levenstijd
Vet of vette levenstijd
Snel of snelle levenstijd
Wit of witte levenstijd
Klein of kleine levenstijd
Rood of rode levenstijd
Dik of dikke levenstijd
Oud of oude levenstijd
Goed of goede levenstijd
Wat rijmt er op levenstijd
Elk of elke: Elke levenstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die levenstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze levenstijd
Wat rijmt er op levenstijd
Buigings-e:
Mooi of mooie levenstijd
Groot of grote levenstijd
Half of halve levenstijd
Grappig of grappige levenstijd
Leeg of lege levenstijd
leuk of leuke levenstijd
Vet of vette levenstijd
Snel of snelle levenstijd
Wit of witte levenstijd
Klein of kleine levenstijd
Rood of rode levenstijd
Dik of dikke levenstijd
Oud of oude levenstijd
Goed of goede levenstijd
Wat rijmt er op levenstijd
Elk of elke: Elke levenstijd
Aanwijzend voornaamwoord: Die levenstijd
Bezittelijk voornaamwoord: Onze levenstijd
Wat rijmt er op levenstijd
Oefening van de dag