De of het luchtgeluid?
Het luchtgeluid
Is het de of het luchtgeluid
In de Nederlandse taal gebruiken wij het luchtgeluid.
Thanks!
Fout!
Elke dag een e-mail ontvangen met de oefening?
English: airborne noise
Deutsch: Luftschall | Bekijk of het der of die Luftschall is.
Français: bruits aériens | Bekijk of het Le o La bruits aériens is.
Jou of jouw: jouw luchtgeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie luchtgeluid
Groot of grote luchtgeluid
Half of halve luchtgeluid
Grappig of grappige luchtgeluid
Leeg of lege luchtgeluid
leuk of leuke luchtgeluid
Vet of vette luchtgeluid
Snel of snelle luchtgeluid
Wit of witte luchtgeluid
Klein of kleine luchtgeluid
Rood of rode luchtgeluid
Dik of dikke luchtgeluid
Oud of oude luchtgeluid
Goed of goede luchtgeluid
Wat rijmt er op luchtgeluid
Elk of elke: Elk luchtgeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat luchtgeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons luchtgeluid
Wat rijmt er op luchtgeluid
Buigings-e:
Mooi of mooie luchtgeluid
Groot of grote luchtgeluid
Half of halve luchtgeluid
Grappig of grappige luchtgeluid
Leeg of lege luchtgeluid
leuk of leuke luchtgeluid
Vet of vette luchtgeluid
Snel of snelle luchtgeluid
Wit of witte luchtgeluid
Klein of kleine luchtgeluid
Rood of rode luchtgeluid
Dik of dikke luchtgeluid
Oud of oude luchtgeluid
Goed of goede luchtgeluid
Wat rijmt er op luchtgeluid
Elk of elke: Elk luchtgeluid
Aanwijzend voornaamwoord: Dat luchtgeluid
Bezittelijk voornaamwoord: Ons luchtgeluid
Wat rijmt er op luchtgeluid
Oefening van de dag
